Eerste twee weken in Azie - Reisverslag uit Phuket, Thailand van Lukas Graef - WaarBenJij.nu Eerste twee weken in Azie - Reisverslag uit Phuket, Thailand van Lukas Graef - WaarBenJij.nu

Eerste twee weken in Azie

Door: Lukas en Ellen

Blijf op de hoogte en volg Lukas

23 Mei 2015 | Thailand, Phuket

We landen laat in de nacht in Bangkok, Thailand en slapen op de luchthaven. Dit is overal ter wereld hetzelfde en niet leuk. Pas wanneer we de volgende dag uit de metro stappen worden we overvallen door de enorm drukkende duffe hitte van dit land. Je kan niet wandelen, zitten of liggen zonder te glimmen van het zweet. We merken dat dit ook geldt voor de Thaien zelf, je zou denken dat die er geen last meer van hebben omdat het hier altijd zo is. Maar het is voor hen als de miezer regen bij ons, daar zijn wij ook nog niet tegen uitgerust of aan gewend. De eerste dagen is het overweldigend om in deze hitte te reizen en te leven. Overal waar je binnen komt is er ook airco waardoor je telkens als je terug naar buiten gaat een klap in het gezicht krijgt van de hitte en je weer van nul moet wennen. Dit weer bracht ook een warmte onweer voort (het begin van het regenseizoen), een uur aan een stuk gietende regen. In België zou zo’n hoeveelheid water alle straten blank zetten en een noodtoestand van het hoogste niveau voortbrengen. Hier gebeurt er niets, een half uurtje later is alles weer kurk droog en de lucht vochtig en warm. Nu ik vrede heb genomen met het weer vind ik het wel prettig.

Genoeg over het weer. De stad is gigantisch, met zijn 8.280.925 inwoners is het de grootste stad die we bezocht hebben tot nu toe. Ze is tevens zeer bedrijvig, je vindt geen straat, laan of steegje waar het rustig is. Overal zijn er mensen met karretjes en tafeltjes die iets verkopen. Sommige hebben een klein keukentje opgericht met wat tafeltjes rond, waar je een bord rijst of noodles kan eten. Daarnaast is er geen benedenverdieping van een huis onbenut. Ze hebben allemaal wel iets te bieden, elke wijk heeft zijn eigen specialiteit, een hele straat met veroeste auto- en brommeronderdelen die ze wat opschuren en terug verkopen, een andere straat heeft schoenen weer een andere straat staat vol jutte zakken, enzovoort. In de straten van Bangkok ziet alles er anders uit als bij ons. Er is zoveel te zien waardoor het een genot is om door de straten te verdwalen. Zo komen hun gas en water meters voor elk huis uit de stoep, hebben vele huize kleine wierrookhoudertjes aan hun gevels hangen en hebben de meeste straten een klein altaartje met een boedha in met wat offergaven er rond.

Er is een schril contrast tussen de vuile straten en de netheid van hun tempels. Over de hele stad zijn prachtige tempels te vinden met witte muren, rode blauwe of groene daken en een prachtige grote goude boedha binnenin. Sommige onderdelen van de tempels zou ik kunnen omschrijven als kitsch omdat ze gerbruik maken van goude spiegelmozaïeken of gigantische goude altaren. Maar ik vind het allemaal prachtig en dat ze er goed mee weg komen. Grotere tempels hebben verschillende gebouwen en klokvormige gouden of mozaïeken punten ertussen staan. In de verschillende tempels die we bezoeken vinden we gangen vol goude boedhabeelden en imense zittende, liggende of staande goude boedhabeelden. Daaraan zie je hoe gelovig de mensen hier zijn. Ook aan het feit dat onze tuktuk chauffeur bij elke tempel die we passeren even zijn stuur los laat (tot onze schrik) om zijn handen op elkaar te leggen en een biddende beweging te maken om vervolgens af te sluiten door met ze beide vanaf het voorhoofd door zijn haar te strijken.

Het verkeer is als hun electricitietswerken, hectisch, onoverzichttelijk en het ziet er gevaarlijk uit. De stad krioelt van de brommers, taxis, tuktuks (een tuktuk is een driewieler met de motor van een brommer en een afdakje, het is ook het goedkoopste vervoersmiddel door de stad) en bussen, en ze proberen allen hun plaats dominant af te dwingen. Deze voertuigen hebben zonder veel uitzonderingen een oude motor waardoor er allerlei vetzakkerij mee verband en er vaak grijze of zwarte rookwolken uit het verkeer opstijgen. Hierdoor verbaast het ons niets dat we verschillende mensen met monddoekjes zien wandelen.

Er zijn nog twee dingen in deze stad die zeer opvallend zijn en die we zelf te weeg brengen. Het eerste komt door ons uiterlijk, omdat we eruit zien als toeristen (waar niets aan te doen is en wat we ook zijn) schieten alle prijzen rond ons de hoogte in. Alles wordt 2,3 tot 10x duurder dan de prijs dat een Thai betaalt. Dit merk je het meest bij de tuk-tuks, zij vragen ongegeneert 10 keer zoveel. Op zich vind ik het niet erg om wat meer te betalen, wij zijn nu eenmaal rijk en kunnen gerust een beetje extra betalen. Ik zie het als een soort rijken taks, omdat je meer geld hebt betaal je meer. Maar ze moeten niet overdrijven, 10 dubbel is te veel. Dit kan je natuurlijk afdingen, maar nooit tot de Thaise prijs, voor dat bedrag weigeren ze je mee te nemen. Het is vaak ook moeilik in te schatten wat een Thai voor een bepaald product of dienst zou betalen. Na een tijd is het ook niet meer duidelijk wat vaste prijzen zijn en welke je naar beneden kan halen. Al bij al is alles hier heel erg goedkoop. Het tweede opvallende wat ik te weeg breng zijn vreemde en verbaasde blikken naar mijn baard. Mensen lachen en blijven me aanstaren, ze stoten elkaar aan om me aan te wijzen, er was zelfs eens een kindje dat grote ogen opzette en furieus aan de broek van zijn mama begon te trekken om me na te wijzen. Thaien kunnen blijkbaar van geen kanten gezichtsbeharing laten groeien. Ik vind het maar gewoon en raar dat ze er zo van opkijken. Want er zijn onder de reizigers velen die zo’n baard laten staan als een soort van status symbool dat aantoont hoe lang je al op reis bent. Het wordt dan ook een ’travellers beard’ genoemd.

Onze eerst volgende stop is Koh Tao (koh= eiland), dit is een eiland in het midden van de golf van Thailand. Het staat bekent omdat het de goedkoopste plaats ter wereld is om een duikbrevet te halen (een padi). Wij willen ernaartoe om te snorkelen en de wondere onderwaterwereld te observeren. Om er te geraken worden we in Bangkok van het ene info centrum naar het andere gestuurd, allen met een goed prijsje. Ze willen je transport regelen en ineens ook slaapplaats, vervoer en toers voor de komende maand. Laos, Cambodia, Vietnam,... voor alles hebben ze connecties en kunnen ze een prijsje maken. Wij temperen zijn enthousiasme door enkel ons transport tot in Koh Tao bij hem te boeken. Hij regelt alles met een telefoon en een rekenmachine, er komt geen computer aan te pas. De telefoon is om zijn connecties te bellen en de rekenmachine is om prijzen in te tikken en het vervolgens naar ons om te draaien voor onze goedkeuring ( zo werken alle winkelieren hier). Uiteindelijk geven we geld en schrijft hij op een papiertje wat we betaald hebben.

Op Koh Tao leven we drie dagen met onze gezichten in het water met naast ons oor de klank van onze eigen ademhaling als Darth Vader door onze snorkel. We zien prachtige koralen in alle grotes, vormen en maten. Soms zien ze eruit als prachtige bloemen die groot en plat over de zeebodem zijn uitgestrekt, of grote mysterieuze bollen als onderwatersteden langs een rotswand en soms ziet het eruit als grote scherpe velden die je voeten zo open krassen bij het per ongeluk aanraken ervan. Tussen deze koraalvelden zwemmen de prachtigste vissen met alle kleuren en vormen, sommige zijn schuw en verstoppen zich direct tussen het veilige koraal wanneer je in de buurt komt, anderen laten zich niet afschrikken door zo’n groot gevaarte en beginnen met zen allen tegen je bril glazen te zwemmen. De coolste van alle door ons geobserveerde vissen was de haai. We hadden gehoord waar er kleine black tip haaien zaten en gaan een hele dag opzoek naar hen. Tegen de namiddag wordt onze moeite beloond door een groep van 7 à 10 jonge haaien van ongeveer een halve meter lang en al volledig het uiterlijk van een grote gevaarlijke haai. Ze zwemmen toertjes in het veilige ondiepe koraal waar wij steeds het gevaar lopen onze knieen te schaven bij elke zwemslag.

De Thaien zijn blij om Thai te zijn. Ze zijn trots op hun koning en hun land. Overal waar we komen elk klein dorpje heeft op zijn minst een thaise vlag hangen en als het kan een groot portret van de koning met een gouden lijst erond en veel vlaggen. Koning Bhumibol Adulyadej (Rama IX) wordt afgebeeld met een gouden gewaad aan of met een roze kostuum. Op kalenders en op portretten bij de mensen thuis is hij meer casual afgebeeld zoals in een touristen outfit met los hemd en camera. Ook zijn vrouw, koniging Sirikit, is in veel dorpen op grote portretten te vinden. Zij heeft meestal een paars gewaad aan. Wanneer we eens in het treinstation van Bangkok waren, stond ineens de hele hal recht om eerbiedig naar een scherm te kijken waar een slecht geanimeerde thaise vlag op wapperde en het volkslied op afgespeeld werd.

Onze volgende stop is Khao Sok N.P., een jungle centraal in het midden van de zuiderlijke landtong van Thailand. Wanneer we met een bootje over het stuwmeer varen zien we de prachtige surreële bergen van het park. Overal rond en in het meer zien we hoge bulten me witte rotswanden die moeizaam tussen het dichte oerwoud uitkomen en fel afsteken tegen het turqoise water van het meer. Ik berschrijf de berggroei als surreëel omdat ik dit soort bergen enkel nog maar op foto heb gezien en het niet goed kan vatten. Het zicht is ronduit prachtig. Het bootje brengt ons naar kleine drijvende bungalows die er zeer gammel uitzien en waar we later ook de nacht doorbrengen. Eerst gaan we met een gids het dichte muffe bamboe-oerwoud in om een grot te bezoeken. De grot is hoog en smal en we waden door het water dat op sommige punten tot aan mijn kin komt (ellen moet dan zwemmen). Bij deze passage is snelheid gemoeid omdat het elk momment buiten de grot kan gaan regenen en het water dan drastisch kan stijgen. In de helft van de tocht wordt de grot breder en is het watergevaar geweken. Hier woont een grote kolonie kleine vleermuizen die rustig hangen te slapen. Later zien we nog allerlei apen (makaken) die over de bamboe lopen en springen op zoek naar eten. Het is grappig hoe hun handen, gezicht en handelingen zo menselijk zijn. We zien in de verte een gibon van boom naar boom slingeren en we horen ze hoog in de bomen luidruchtig brullen.

Vervolgens reizen we naar Krabi, een kuststadje een de andere (linker) kant van de lange landarm in het onderste deel van Thailand. Op een dagtrip nemen we een longtail boot naar Railay beach een prachtig stukje kust waar de fascinerende limestone (kalksteen) rotsformaties de zee ontmoeten. Hier volgden we wat pijlen naar een lagoon. Al snel waren er rostwanden voor ons die we op moesten. Wat verder had de regen van de vorige nacht de weg in een modderpoel veranderd. Dus deden we onze slippers uit en gleden we verder met de rode modder die tussen onze tenen omhoog komt. Nog wat verder komen we in een kloof met langs beide kanten hoge rotswanden, er is dus maar één richting vooruit en deze gaat recht naar beneden voor ongveer 2,5 a 3 meter. Er waren touwen met knopen en lussen maar eveneens door de regen was elke grip die je vastnam in de rots of aan het touw glibberig. De hele afdaling lang hebben we schrik om weg te glijden. Er volgen nog twee afdalingen van hetzelfde kaliber. Ook onze blote voeten waren niet ideaal. Uiteindelijk is de lagoon die we bereiken zowat de definitie van een paradijs. Het is een grote plas azuurblauw water met volledig romdom rond 20 à 30 meter hoge kliffen waar het oerwoud zich hardnekkig op probeert te vertegenwoordigen. Echt een magnifieke plek.

Op Koh Lanta (een eiland wat verder langs de kust) huren we een brommertje om het eiland rond te rijden. Heel leuk. Deze kunnen tot 160km/u zonder dat iemand naar een rijbewijs vraagt. Deze snelheid hebben we niet getest omdat de wegen het hier niet toelaten. Het eiland is heel mooi met witte stranden en een dicht oerwoud. We ontdekken een initiatief dat straathonden en -katten opvangt en verzorgt. Omdat straatdieren hier niet zo welkom zijn worden ze vaak serieus mishandeld en zo’n asiel is dus een zeer mooi initiatief. We bezoeken een asiel en gaan wandelen met twee vriendelijke honden: Buddy en Tommy. We denken er even over er eentje te adopteren maar de hele rompslomp is toch duur en bij ons zijn er ook veel asieldieren die wachten op een thuis ....

Koh Phi Phi is net als Koh Lanta een eiland in de Andaman zee. Hier zijn de rotsen en de uitzichten fenomenaal mooi met als gevolg dat de zee vol met bootjes ligt. We gaan op een tour rond het eiland met een longtail boat. Dit is een lange houten sloep met achteraan een grote open motor die op een stok bevestigt is. De ene kant van de stok strekt zich ver uit achter de boot en bevat een proppelor aan het uiteinde. De andere kant van de stok is een handvat waardoor motor en stok als roer gebruikt kunnen worden. Er is ook nog een apart roer voorzien dat vaak doormiddel van een oud autostuur bedient wordt. De golven op de zee lijken te groot voor het kleine bootje, we worden voortdurend nat geregend door golven die over de snuit komen en de golven naast de boot komen vaak hoger dan de rand van de boot. Maar we hebben een goede kapitein die ons zonder problemen door de woelige zee loodst. Hij brengt ons naar het kleinere Phi Phi Leh waar de rotsen zo stijl zijn dat er weinig huizen op gebouwd kunnen worden. Tussen deze rotsen vinden we wonderbaarlijke baaien en stranden, misschien voor sommige wel gekend uit de film "The Beach"met een jonge Leonardo Di Caprio.

Tot schrijfs,
Lukas en Ellen

  • 23 Mei 2015 - 16:19

    Vokke:

    Hallo globetrotters,
    blijkbaar ook in Azie al veel mooie dingen ontdekt.
    De natuur zal daar inderdaad wel prachtig zijn. En ik denk dat er in de loop van de volgende weken nog veel meer moois zal komen.
    Het klimaat zal waarschijnlijk wel serieus verschillen met wat jullie eerder mee maakten. Tante Jos heeft het hier ook steeds over die vochtige tropische hitte ginder.
    Ik veronderstel toch dat het een heel andere wereld is waar je nu bent terecht gekomen, en in het begin waarschijnlijk een kleine cultuur shock.
    Maar het ziet er ginder wel tof uit.
    Ik zou enkel nog willen zeggen: blijf alert met wat ze jullie willen voorstellen en aansmeren als speciale promotes en derg. Heb nog vorige week hier op TV een reportage van Axel Daeseleere gezien die het ook had over de oplichterspraktijken in Bangkok, en dan vooral van die "tuk tuk gasten".
    En ons Ellen op een brommer. Dat had ik ook wel eens willen zien. We kunnen dat nog eens herhalen met haar in september hier thuis, en dan met een serieuzen brommer . ;-)
    Amuseer jullie nog, en ride safe !
    Vokke

  • 02 Juni 2015 - 12:30

    Opa En Oma:

    Lieve Ellen en Lukas Fijn dat wij mee mogen genieten van jullie boeiennde leerrijke en inspirerende reis geniet er nog van.Wij hebben een paar dagen met ons fietsploegje van de Limburgse kempen genoten
    het verheugde ons bij thuiskomst een heerlijk verslag van jullie te vinden wat meteen geprint werd om
    daarna rustig met de atlas ernaast te lezen daar ga ik nu aan beginnen.
    Heel veel liefs van ons beiden. Niettegenstaande we zo goed op de hoogte gehouden worden missen
    we de lijflijke bezoekjes.

    Oma en Opa

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Thailand, Phuket

Zuidoost Azie

Van Thailand door Cambodja naar Vietnam

Recente Reisverslagen:

11 Augustus 2015

China/Tibet

06 Juli 2015

Vietnam

06 Juli 2015

Cambodja

14 Juni 2015

Laatste deel Thailand

23 Mei 2015

Eerste twee weken in Azie
Lukas

Actief sinds 04 Jan. 2015
Verslag gelezen: 308
Totaal aantal bezoekers 10401

Voorgaande reizen:

06 Mei 2015 - 30 Juni 2015

Zuidoost Azie

08 Maart 2015 - 06 Mei 2015

Australie

06 Januari 2015 - 06 Maart 2015

Nieuw Zeeland

Landen bezocht: